Vitamine E

Vitamine E

Vitamine E is een vetoplosbare vitamine (geassocieerd met vetten) met een sterke antioxiderende werking. Er bestaan 8 vormen van vitamine E, waarvan alfa-tocoferol de meest voorkomende is. Het speelt een rol bij de bescherming van het membraan van alle cellen van het lichaam, wat betekent dat het een essentiële vitamine is voor de goede werking...

Oorsprong

In 1922 constateerde de embryoloog Herbert McLean Evans aan de universiteit van Californië in Berkeley, na een experiment met ratten, dat de vrouwtjes op een lipidenarm dieet geen levensvatbare foetus konden voortbrengen. Zij concludeerden dat een met vet verbonden verbinding essentieel was voor de ontwikkeling van de foetus.

Daarna, in 1924, toonden verdere studies van Benett Sure aan de Universiteit van Arkansas aan dat een verbinding die uit het dieet van mannelijke ratten was verwijderd, onvruchtbaarheid veroorzaakte. Benett Sure noemde het vitamine E.

In 1936 slaagde Herbert McLean Evans erin vitamine E te isoleren uit tarwekiemolie.

Pas 30 jaar later werd vitamine E door de Amerikaanse National Research Council erkend als een essentiële voedingsstof voor de menselijke gezondheid.

Voedingsbronnen

Vitamine E is een vetoplosbare vitamine, wat betekent dat ze gebonden is aan lipiden (vetten) en daarom vooral voorkomt in vette voedingsmiddelen, meestal van plantaardige oorsprong.

De voedingsmiddelen die er het best van voorzien zijn, zijn die welke het rijkst zijn aan meervoudig onverzadigde vetzuren.

De beste bronnen zijn oliehoudende vruchten, noten en zaden en plantaardige oliën.

De rijkste oliën zijn zonnebloemolie (75 mg/100 g), hazelnootolie (49 mg/100 g), koolzaadolie (42 mg/100 g) en olijfolie (25 mg/100 g).

In de familie van de oliehoudende zaden zijn amandelen het beste met 14,6 mg/100 g, gevolgd door walnoten, hazelnoten en pijnboompitten (tussen 4 en 8,5 mg/100 g), avocado's en olijven (tussen 2 en 2,4 mg/100 g).

Sommige vruchten bevatten ook vrij veel vitamine E, zoals kiwi's, perziken en bramen (1,2 tot 2,4 mg/100 g).

In het dierenrijk bevatten schelpdieren en vette vis vitamine E, met name mosselen en alikruiken (2,1 tot 3,9 mg/100 g) en sardines, makreel en zalm (0,3 tot 2 mg/100 g).

Voordelen en deugden

Antioxidant

De belangrijkste verdienste van vitamine E is haar antioxiderende werking, waardoor zij oxidatieve stress bestrijdt en de schadelijke effecten van vrije radicalen tegengaat. Het werkt in synergie met andere erkende antioxidanten: vitamine C, selenium en betacaroteen. De inname van de antioxidant vitamine E houdt rechtstreeks verband met de consumptie van meervoudig onverzadigde vetten.

Cardio-beschermend

Vitamine E maakt deel uit van de membranen van alle lichaamscellen en zorgt voor de bescherming van de lipiden waaruit deze membranen bestaan. Als zodanig heeft zij een preventieve werking op hart- en vaatziekten.

Vitamine E speelt ook een rol bij de productie van rode bloedcellen en voorkomt het samenklonteren van bloedplaatjes door de productie van vaatverwijders te stimuleren.

Verhoogt de immuniteit

Onderzoekers hebben een verband gevonden tussen een gebrek aan vitamine E en een verhoogde vatbaarheid voor infecties, vooral bij ouderen.

Klinische studies hebben bevestigd dat suppletie met 100 mg vitamine E per dag de immuniteit van ouderen kan verbeteren.

Preventie van kanker

Suppletie met vitamine E kan kanker helpen voorkomen, vooral door zijn antioxiderende werking.

De studies hierover zijn echter nogal tegenstrijdig, behalve voor mannelijke rokers, bij wie vitamine E-suppletie in verband wordt gebracht met een vermindering van 71% van het risico op prostaatkanker.

Dosering

Vitamine E wordt gemeten in mg of IU (Internationale Eenheden), en 200 IU = 134 mg. De door de ANSES aanbevolen voedingsinname is 15 mg/dag (d.w.z. 22,5 IE) vitamine E. Om een antioxiderende werking te verkrijgen zijn echter doses van ten minste 65 mg of 100 IE nodig. Dit is ook de door de gezondheidsautoriteiten vastgestelde veiligheidslimiet.

Tekort

Vitamine E-tekort in ontwikkelde landen is uitzonderlijk. Het bestaat alleen bij een tekort aan absorptie, een slechte assimilatie of een stoornis in het vetmetabolisme.

Het uit zich dan in zenuw- en spierstoornissen, met een slechte coördinatie van de bewegingen.

De enige uitzondering is bij zeer jonge kinderen en vooral bij premature baby's, waar de reserves van het lichaam gering zijn en het tekort resulteert in hemolytische anemie.

Een onvoldoende inname kan ook het ontstaan van hart- en vaatziekten en coronaire aandoeningen in de hand werken.

Bijwerkingen en contra-indicaties

Omdat vitamine E anticoagulerende eigenschappen heeft, moeten mensen die bloedverdunnende medicijnen gebruiken of mensen met een risico op een beroerte vermijden een supplement te nemen.

Uit een Australische studie uit 2014 blijkt dat suppletie met 500 mg/d vitamine E de bloeddruk kan verhogen bij mensen met een hoge bloeddruk.

Hoge dagelijkse doses vitamine E kunnen vermoeidheid, spijsverteringsstoornissen of emotionele stoornissen veroorzaken.

Lise Lafaurie - Diététicienne et nutritionniste

Lise Lafaurie

Als diëtist en voedingsdeskundige heb ik de roeping om de sobere en achterhaalde visie van de traditionele diëtetiek af te stoffen. Auteur van de blog Les Frites Vertes, mijn motto is "als het goed is voor mijn smaakpapillen, is het goed voor mijn lichaam".

  • Summary